Go to:
Photo library
Diagram library
Media library
|
Genus Stenella
- Stenella attenuata
- Stenelle Clymene
- Stenella coerueoalba
- Atlantische gevlekte dolfijn
- Stenella longirostris
De genus Stenella bevat 5 van de meest acrobatische soorten van alle kleine cetaceeen. Ze hebben allemaal specifieke snavels, die of gestippeld of gestreept zijn. De meeste soorten zijn excentriek gekleurd, van wit tot blauw, tot donkergrijs. Ze zijn heel erg actief aan het wateroppervlak zodat de scholen erg opvallen. Veel soorten zwemmen met tonijnen, wat problemen oplevert met de visserij. Ze komen veel voor rond de evenaar, maar worden ook wel gezien in koelere wateren.
|
Distribution Map (Click for larger version)
|
Stenella attenenuate
|
De pan-tropische gevlekte dolfijn, soms gewoon de gevlekte dolfijn genoemd, komen voor in alle tropische wateren in de wereld en sommige subtropische gebieden. Er zijn belangrijke geografische variaties, maar alle soorten zijn klein en slank, en de meesten hebben een overheersende gevlekte pigmentatie; licht gekleurde vlekjes aan de donkere zijde van de rug en donkere vlekjes aan de lichtere zijde van de buik. Allen hebben ze een donkere kleur, die overeenkomt met de tuimelaar, maar opvallender. Ze kunnen herkend worden door de witte snaveltip van de volwassenen, alhoewel de witte kleur niet zo duidelijk is als bij hun soortgenoten in de Stille Oceaan. Hun gedrag is typisch voor deze soort, ze zijn heel actief aan het wateroppervlak. Regelmatig ziet men ze lange en hoge luchtsprongen maken. De pan-tropische gevlekte dolfijn is de snelste zwemmer die nauwkeurig geklokt is, hij is in staat 40 km per uur te zwemmen over korte afstanden. Vaak zwemt hij samen met tonijn en langsnaveldolfijnen, waardoor hij een grote rol speelt in de visserij.
|
Distribution Map (Click for larger version)
|
Stenella clymene
|
De Stenella clymene, is de minst bekende soort van het genus Stenella. In het midden van de 20ste eeuw was er bijna niets bekend over deze soort, en tot op heden nog steeds het geval is. Lange tijd hebben cetologen deze soort bij andere groepen ingedeeld, en pas sinds 1981 zijn ze officieel als een eigen soort erkend. Hun uiterlijk komt overeen met de langsnaveldolfijn, maar hun snavel is minder lang. Hij heeft drie kleuren: een donkergrijze rugzijde, een witte buikzijde, en een mengeling van deze twee kleuren op de flanken. Er is weinig bekend over hun gedrag in het wild. Hoewel hij op dezelfde manier tolt als zijn langgesnavelde neef, zijn de sprongen niet zo hoog of ingewikkeld. Op een foto, was hij een grote golf aan het berijden. In tegenstelling tot de langgesnavelde dolfijn bestaan er geen bedreigingen tegen hem, omdat hij niet met scholen tonijn zwemt.
|
Distribution Map (Click for larger version)
|
Stenella coeruleoalba
|
Deze dolfijn zwemt ver uit de kust, in de tropische, subtropische en warm gematigde wateren. Door zijn kleuring wordt hij soms de gestreepte dolfijn genoemd, de letterlijke vertaling van de Latijnse naam. Meeste beschrijvingen van dit soort leggen de nadruk op de blauwe kleur en de strepen. De rugzijde is donkerblauw en de buikzijde wit.
De donkere strepen lopen van de ogen langs iedere flank naar de achterkant. In de meeste gevallen is het bovenste deel van de snavel donker en het onderste gedeelte lichter, maar niet helemaal wit. Hoewel ze al bekend zijn sinds 2000 v.Chr. , zijn ze nog altijd een mysterie voor taxonomen omdat er veel variatie is tussen groepen in verschillende geografische liggingen. Daardoor denken velen dat er een betere onderverdeling moet worden gemaakt. Sommigen hebben dubbele - en anderen enkele strepen, waardoor sommige taxonomen voorstellen om ze onder te verdelen in twee soorten: S. coeruleoalba en S. styx. De meest recente classificatie maakt geen onderscheid binnen deze soort. De tonijnvisserij vormt niet de grootste bedreiging, maar in de wateren bij Japan worden ze veel gevangen voor consumptie.
|
Distribution Map (Click for larger version)
|
Stenella frontalisn
|
Deze dolfijn, ook de Atlantische gevlekte dolfijn genoemd of langsnavel gevlekte snavel heeft een gemiddelde grootte en wordt alleen in de Atlantische Oceaan gezien. Ze komen zelden bij de kustlijn en daardoor is het exacte bereik van hun habitat onbekend. Ze worden wel af en toe gezien bij de kusten van Florida. Men vermoedt dat hun habitat zich uitstrekt van Cape May, New Jersey tot Panama. Uiterlijk lijkt deze dolfijn zeer op de Stenella attenuata. Het grootste verschil is dat de stenella frontalis meer vlekken heeft en robuuster is.
De hele jongen zijn nog niet gevlekt, en lijken erg op tuimelaars, waardoor er vaak verwarring bestaat bij de waarnemers en in onderzoeken. Deze dolfijnsoort is de enige waarbij het uiterlijk van de jongen zo verschillend is dan van de volwassenen. Bij de meeste soorten zijn deze verschillen alleen in kleur en grootte. De vlekjes zijn van een afstand moeilijkst te zien, waardoor ze vaak verward worden met tuimelaars. Maar de tuimelaar is een stuk groter en heeft een kortere snavel. Bij volwassenen worden de vlekjes groter totdat ze vlakken vormen. Deze vlakken sluiten volgens observaties nooit aan. Deze specifieke pigmentatie is waarschijnlijk bedoeld om onderling onderscheid te kunnen maken tussen de soorten en ook gedeeltelijk als camouflage voor Orka’s.
Ze worden vaak gezien in open zee-omgevingen. Ze zijn speels en nieuwsgierig, maar tegelijkertijd verlegen. Ze spelen graag in de buurt van boten. Dit is mogelijk omdat het snelle zwemmers zijn (tot 50 km per uur).
Maar door hun verlegenheid moeten ze altijd apart gehouden worden in gevangenschap van tuimelaars, die dominant en territoriaal zijn. Normaal zwemmen ze in grote groepen, maar ze zijn ook wel alleen gezien.
Gelukkig heeft het onderzoek naar deze soort zonder veel slachtingen kunnen verlopen, in tegenstelling tot onderzoeken bij andere dolfijnsoorten.
|
Distribution Map (Click for larger version)
|
Stenella longirostris
|
A Couple of Spinner Dolphins
From the NUS Dolphin Study Group
Etienne Douaze <douaze@dsg.sbs.nus.edu.sg>
Permission obtained on 30 July 1998, Email message.
|
Deze dolfijn, ook de langsnavel ‘spinner’ dolfijn geheten, is het meest betrokken bij de tonijnvangst. Het resultaat van deze slachtingen heeft geleid tot veel en nauwkeurig onderzoek. Hij begeeft zich in vrijwel dezelfde plaatsen als de Stenella attenuata: in tropische, subtropische en gematigde wateren. Hun uiterlijk verschilt sterk onderling, maar er zijn 3 basistypen: de oost-Pacific soort, die helemaal donkergrijs is behalve een witte vlek op de buik, de witbuik variant, die een die een donkergrijze rugzijde, een witte buikzijde en blauwgrijze flanken heeft en de Hawaaiise variant, die op de witbuik lijkt maar wat donkerder is, de flanken grijzer en het witte gedeelte groter. Deze dolfijnsoort is waarschijnlijk de meest acrobatische. Hij wordt de ‘spinner’ genoemd omdat hij wel 7 keer om zijn as kan draaien op een hele spectaculaire wijze. Hij gaat graag om met andere ceteceeen en tonijn in de oostelijke tropische Stille Oceaan.
|
|
Bibliography
Baker, Mary L. Whales, Dolphins, and Porpoises of the World. New York: Doubleday & Company, Inc., 1987.
Carwardine, Mark. Eyewitness Handbooks: Whales, Dolphins, and Porpoises. New York: Dorling Kindersley Ltd., 1995.
Ellis, Richard. Dolphins and Porpoises. New York: Alfred & Knopf, Inc., 1982.
Klinowska, Margaret. Dolpins, Porpoises, and Whales of the World: The IUCN Red Data Book. Gland, Switzerland: World Conservation Union, 1991.
| |