Staartvinnen

Net als bij andere cetaceeen zijn alle zichtbare overblijfselen van achterste ledematen verdwenen- deze hebben zich tijdens de evolutie ontwikkeld tot een krachtige staart. De staart van de dolfijn (alles wat achter de rugvin zit) wordt gebruikt om voort te bewegen en is daarom heel gespierd. Het is de primaire krachtbron van de voortbeweging.

Achter de anus wordt de staartvin gevonden, die platte zijkanten heeft en horizontale vinnen. De twee staartvinnen van de dolfijn worden ondersteund door weefsel. Ze voelen stevig en rubberachtig aan. De vormen hiervan verschillen sterk. Bij de meeste soorten zit er een groefje in het midden van het afdalende stuk. De twee staartvinnen worden gebruikt als krachtige peddels en worden bewogen met behulp van krachtige spieren, die stevig aan het geraamte vastzitten; daarom zitten de wervels aan lange kolommen vast. In de staart zitten ook veel bloedvaten die de lichaamstemperatuur stabiel houden, vooral in warme wateren.

Bibliography

Harrison, Sir Richard, et. al. Whales, Dolphins and Porpoises. New York: Facts on File, Inc., 1994.

Mark Carwardine, The Book of Dolphins. Dragon's World Ltd, 1996

Tursi. "Tursi's Dolphin Page" Available http://www.neteng.bc.ca/~tursi/dolphins/index.htm, 4 September 1997, Accessed 4 April 1998