Internal Structure of the Head (Click for larger version)
The Cetacean Eye (Click for larger version)
Go to:
Photo library
Diagram library
Media library
|
Hoofd
- Spuitgat
- Oren
- Ogen
- 'Melon'
- Snavel
Het hoofd van de dolfijn heeft veel interessante kenmerken. Het gezicht is nogal uitdrukkingsloos. Het lijkt alsof ze constant glimlachen, maar dit is misleidend, omdat er veel blubber in hoofd zit, net als in de rest van het lichaam. Door de blubber worden de spieren onder het oppervlak van de huid gehouden, waardoor dolfijnen maar heel beperkt gezichtsuitdrukkingen kunnen hebben.
Spuitgat
|
Net als alle zoogdieren moeten dolfijnen naar boven naar het wateroppervlakte komen om lucht te happen. Tijdens de evolutie zijn de neusgaten verplaatst naar de bovenkant van het hoofd en worden spuitgaten genoemd. Deze zit in het midden op de bovenkant van het hoofd, zodat ze makkelijk adem kunnen halen. Bij de meeste dolfijnsoorten zijn de spuitgaten maanvormig, met de kromming achter. Het gat zit dicht en moet door spieren geopend worden. Onder de spuitgaten zitten luchtzakjes die het dichtgaan van de gaten helpen en ook een rolspelen bij het maken van geluid.
Oren
|
De oor van een dolfijn is heel moeilijk zichtbaar, en bestaat alleen uit kleine gaatjes aan iedere kant van het hoofd en net achter het oog. Om hele hoge frequenties te horen gebruikt een dolfijn niet zijn oren maar een hoog ontwikkeld akoestiekcenrum. Ze kunnen maximaal tussen de 40 en 70 kHz waarnemen.
Dit goede hoorsysteem is verbonden aan het gehoorcentrum in de hersenen. Deze is hoger ontwikkeld dan bij de mens, wat te zien is door de gehoorzenuw, die twee keer zoveel zenuwweefsel heeft als die van de mens.
Geluid wordt uitgezonden naar het middenoor van de dolfijn via het blubber en de onderkaak. Blubber bestaat grotendeels uit vet en de onderkaak is gevuld met vetweefsel. Doordat vet een goede transmitter is van geluid makkelijk zijn de onderkaak en het blubber goede geluidsdragers.
Het middenoor bevat veel gaten waar luchtzakjes omheen zitten, wat het contact met de botten vermindert. Dit helpt waarschijnlijk ook bij de richtingsbepaling van geluid. Het houdt ook het balans tussen het binnenoor en de buitenkant.
Ogen
|
Dolfijnen hebben 2 ogen, 1 aan iedere zijde van het hoofd. De ogen hebben een geleiachtige substantie die op tranen lijkt. Dit beschermt de ogen van het zeewater en voorkomt oogirritatie. De ogen werken onafhankelijk van elkaar en er zijn geen wimpers of wenkbrauwen. Licht penetratie is zwak onder water, en het is afhankelijk van het soort en de habitat van de dolfijnsoorten hoe goed of slecht hun zicht is. Over het algemeen kunnen ze goed boven en onder water kijken, alhoewel de optiek voor onder water ontwikkeld is. In tegenstelling tot het mensenoog dat zijn refractaire capaciteit verliest, behoudt het oog deze omdat de lens hoger ligt, en is geheel bolvormig. Hierdoor lijkt het oog op een visseoog. In plaats van een iris heeft het oog een soort ‘deksel’, dat de operulum heet, die naar beneden glijdt en het pupil bedekt bij fel licht. Het netvlies is anders dan die van andere zoogdieren en heeft 2 gele vlekken, 1 dat helpt bij het vooruit kijken en 1 voor zijwaarts kijken.
'Melon'
|
Aan de achterkant van de bovenkaak en op de lip zit de 'melon', een vette substantie die gebruikt wordt om echo-orientatie klikken waar te nemen. het functioneert als akoestische lens en stelt de klikjes scherp tot een smalle straal.
Snavel
|
Sommige dolfijn hebben een vogelachtige snavel, en sommigen niet. De snavel, of snuit, is hard . Het is geen reukorgaan maar wordt gebruikt om te delven en om vijanden mee aan te vallen.
|
|
Bibliography
Harrison, Sir Richard, et. al. Whales, Dolphins and Porpoises. New York: Facts on File, Inc., 1994.
Mark Carwardine, The Book of Dolphins. Dragon's World Ltd, 1996
Tursi. "Tursi's Dolphin Page" Available http://www.neteng.bc.ca/~tursi/dolphins/index.htm, 4 September 1997, Accessed 4 April 1998
|
|