| |||||||||||||
De Fraser’s Dolfijn, ook wel de kort-snuitige witbuik of de Sarawak dolfijn genoemd, komt voor in tropische wateren over de hele wereld. Zijn primaire natuurlijke omgeving lijkt de tropische Stille Oceaan te zijn, maar men vindt ook geïsoleerde koloniën in de buurt van Sri Lanka en Zuid-Afrika. De natuurlijke geschiedenis van deze soort is bijna volledig onbekend. De Fraser- Dolfijnen voeden zich met garnalen, vissenotolien, koppotige weekdieren en pissebedden. De rug van de Fraser- Dolfijn is donker grijs, terwijl de buik lichter van kleur is met een rij van zintuigstroken erop. Verschillende beschrijvingen geven aan dat er enkele variaties in kleuren voorkomen, van donker grijs-blauw tot bruinachtig. De rugvin is klein, en zowel de rugvin als de zwempoten zijn donker. De bek is duidelijker ontwikkeld dan die van genus Lagenorhynchus, maar is veel korter dan die van de Stenella en de Delphinus. Het is mogelijk deze soort te verwarren met de gestreepte dolfijn. Maar men kan haar onderscheiden door de aanhangsels, door de totale grootte van het dier, en door de verschillende kleuren. Deze dolfijnsoort wordt momenteel niet bedreigd, alhoewel er wel een paar meldingen zijn gedaan over directe en incidentele vangsten aan de kust.
|
| BibliographyBaker, Mary L. Whales, Dolphins, and Porpoises of the World. New York: Doubleday & Company, Inc., 1987. Carwardine, Mark. Eyewitness Handbooks: Whales, Dolphins, and Porpoises. New York: Dorling Kindersley Ltd., 1995. Ellis, Richard. Dolphins and Porpoises. New York: Alfred & Knopf, Inc., 1982. Klinowska, Margaret. Dolpins, Porpoises, and Whales of the World: The IUCN Red Data Book. Gland, Switzerland: World Conservation Union, 1991. | |||||||||||
| |||||||||||||
| |||||||||||||
|